Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en [24]meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb. 24. Zie boven, vs.5.